Netkoppeling van een windmolengenerator is iets waar je niet aan moet beginnen als je geen verstand van windmolens, electrotechniek en electronica hebt. Ik weet er toch heel wat van af maar ik begin er niet aan. Er zijn wat betreft dit onderwerp twee zaken van belang namelijk of het mag en of het technisch kan.
Of het mag, daar zul je met de elektriciteitsmaatschappij die de stroom levert over moeten overleggen. Een minimum eis zal zijn dat de molen ontkoppelt als het net uitvalt. Of je een kWh meter mag gebruiken die terugdraait hangt af van de maatschappij maar ook van het aantal kWh per jaar dat je terug wilt leveren.
Het kan technisch tamelijk eenvoudig wanneer je als generator een 3-fasen asynchrone motor gebruikt maar je hebt dan ook een 3-fasen net nodig. Er moet wel een versnellende overbrenging tussen de rotor en de generator zitten met een zodanige overbrengingsverhouding dat de generator 50 Hz geeft bij een windsnelheid van ongeveer 6 m/s, er vanuit gaande dat de rotor dan bij zijn ontwerpsnellopendheid draait. Stel nu dat je een 4-polige asynchrone motor gebruikt. Deze motor heeft een synchroon toerental van 1500 omw/min. Als motor draait hij ongeveer 1450 omw/min bij zijn nominaal vermogen en als generator ongeveer 1550 omw/min.
Op de motor moet een tacho zitten die het toerental meet en waarmee het in- en uitschakelen wordt aangestuurd. Stel nu dat de motor alleen als generator gebruikt wordt. Dit wil zeggen dat de windmolenrotor opstart door de wind alleen. Zodra onbelast een toerental van bijvoorbeeld1505 omw/min bereikt wordt, wordt de generator aan het net gekoppeld. Het inschakeltoerental mag maar iets hoger zijn dan 1500 omw/min anders krijg je grote koppelstoten. Het voordeel van een asynchrone generator is dat je niet ook nog eens bij synchrone fase hoeft in te schakelen zoals dat wel het geval is bij een synchrone generator. Als het toerental daalt onder bijvoorbeeld 1495 omw/min dan wordt de generator weer van het net ontkoppeld anders zou hij de molen bij lage windsnelheden gaan aandrijven.
Een probleem van het erg dicht bij elkaar liggen van het in- en het uitschakel toerental is dat de molen bij bepaalde windsnelheden telkens in- en uitschakelt. Dit komt ook doordat de generator meteen vermogen vraagt om het anker magnetisch te maken zodra de statorwikkeling aan het net gekoppeld wordt. Voor dit probleem kan elektronisch een vertragingen ingebouwd worden maar daardoor kan het wel voorkomen dat de generator tijdelijk als motor werkt.
Het systeem met een asynchrone generator werd vroeger, met name in Denemarken, veel gebruikt maar het is voor grote molens bijna geheel vervangen door een generator die een gelijkstroomtussentrap heeft en die met een inverter aan het net gekoppeld wordt. Een belangrijk nadeel van een asynchrone generator is dat het rotortoerental bijna constant is en dat er dus maar één windsnelheid is waarbij de rotor draait bij zijn ontwerpsnellopendheid en dus bij zijn maximale Cp. Door dit nagenoeg constante toerental kan de molen ook geen beveiliging hebben die alleen door het toerental wordt aangestuurd.