Welkom op het forum van startpagina!

Dit forum staat op alleen-lezen. Je kan hier informatie zoeken en oude berichten terugvinden, maar geen nieuwe berichten plaatsen.

Naar overzicht van alle forums

Snelheidsdriehoek

  • Jan-Willem

    Kan iemand mij meer informatie geven over de snelheidsdriehoek bij een windturbine?

  • Adriaan Kragten

    Ik denk dat je het volgende bedoelt. Het is een beetje moeilijk uit te leggen omdat ik in deze tekst geen Griekse letters kan gebruiken. Een bepaald bladsegment van een windmolenrotor ervaart een relatieve windsnelheid U als het blad rond draait. Deze relatieve windsnelheid is het gevolg van de axiale snelheid van de wind door het rotorvlak en de tangentiële snelheid van het bladsegment.

    De axiale snelheid van de wind in het rotorvlak is 2/3 van de ongestoorde windsnelheid V wanneer maximum vermogen ontrokken wordt. Dit komt omdat de rotor alleen vermogen kan ontrekken aan de wind als hij de wind afremt. Deze axiale snelheid staat niet precies haaks op het rotorvlak omdat het zog roteert maar voor hogere snellopendheden mag dit effect verwaarloosd worden.

    De tangentiële snelheid is maximaal aan de tip en neemt evenredig af met de rotorstraal. De tipsnelheid is lambda * V waarbij lambda de ontwerpsnellopendheid is en waarbij de rotor zijn maximale vermogen afgeeft. Deze ligt voor moderne rotoren tussen de 4 en 10. Hoe hoger de ontwerpsnellopendeheid is, des te slanker de bladen zijn.

    De hoek phi is de hoek tussen de relatieve windsnelheid U en het rotorvlak. Deze hoek wordt gevonden door de drie snelheden in een snelheidsdriehoek uit te zetten. Omdat de tangentiële snelheid afneemt met de straal wordt phi steeds groter naarmate je dichter bij het hart van de rotor komt. De instelhoek bêta van het blad t.o.v. het rotorvlak is kleiner dan phi omdat het blad met een hoek alfa aangestroomd moet worden om voldoende lift op te wekken.

    Om de wind zodanig af te remmen dat de windsnelheid in het rotorvlak 2/3 V is, moet het blad een bepaald koorde- en instelhoekverloop hebben afhankelijk van het gebruikte profiel, de gekozen ontwerpsnellopendheid en het aantal bladen.

    Verder kan ik op dit onderwerp op dit panel niet in gaan. Een nauwkeurigere uitleg van deze materie wordt gegeven in mijn rapport KD 35 waarvan een inhoudsopgave te vinden is via www.bidnetwork.org/person-42169-en.html